71 zoekresultaten met het trefwoord "wederkerende werkwoorden"
Scheidbare werkwoorden vallen uit elkaar als je ze vervoegt: uitleggen> ik leg iets uit. Dit heeft gevolgen voor het correct noteren van het gezegde!
Wanneer wordt een werkwoord een zwak werkwoord genoemd en wanneer een sterk werkwoord. Daar bestaan heldere regels voor.
De werkwoorden van modaliteit komen veel voor in het Duits. Wat is het verschil tussen ‘müssen’ en ‘sollen’: werkwoorden die allebei ‘moeten’ betekenen?
De modaliteitswerkwoorden komen in het Duits veel voor. Hoe zijn de uitgangen van deze werkwoorden in de verleden tijd?
Het voltooid deelwoord van een modaliteitswerkwoord maken klinkt misschien lastig. Gelukkig bestaat hiervoor een simpele formule!
‘Ik zou graag weten, welke dag het is.’ Hoe vertaal je dat naar het Duits? Er zijn specifieke regels voor het gebruik van de conjunctief.
Moeilijk in een andere taal: die onregelmatige werkwoorden! In het Nederlands vind je ze wat makkelijker. Gewoon een kwestie van weten waar je op moet letten!
Scheidbare en onscheidbare werkwoorden: hoe zit dat? Hoe kun je bepalen of een werkwoord scheidbaar of onscheidbaar is?
Veel regelmatige werkwoorden in het Frans eindigen op -er. Hoe vervoeg je ze?
Deze regelmatige werkwoorden worden meestal gevolgd door le, la, les, l', maar nooit door een delend lidwoord.
Hoe vervoeg je de werkwoorden op -ir in de présent en de passé composé?
Vendre en rendre zijn regelmatige werkwoorden op -re. Hoe vervoeg je ze in de présent en in de passé composé?
Hoe vervoeg je werkwoorden als 'rendre' en 'vendre' in de imparfait, futur, futur du passé en de gebiedende wijs?
Hoe gaat dat als een werkwoord omgevormd wordt tot bijvoeglijk naamwoord? Enkele –d. misschien dubbele –d, misschien –en op het eind? De regels zijn helder.
Chinese werkwoorden zijn heel apart. Je hoeft ze namelijk niet te vervoegen. Maar hoe weet je dan of er bijvoorbeeld 'gaat, gaan of gingen' staat?
Net als in het Nederlands heb je ook in het Frans wederkerende werkwoorden. Hoe vervoeg je ze?
Voordat je de les ‘Het koppelwerkwoord’ volgt, moet je de les ‘Belangrijkste werkwoord in de zin’ goed begrepen hebben. Daarna zul je het koppelwerkwoord óók goed begrijpen.
Eindigt het voltooid deelwoord op een –d of op een –t? Hoe ging dat ook alweer met ’t kofschip? Wanneer komt er in de verleden tijd een dubbele t of d? Bekijk de regels.
Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. Hoe vind je die werkwoorden. En welke werkwoorden zijn dan de hulpwerkwoorden?
Het laatste zinsdeel dat je moet benoemen bij redekundig ontleden is de bijwoordelijke bepaling. Die kan bestaan uit 1 woord maar ook uit meerdere woorden. Vaak geeft hij een plaats of tijd aan.
Het laatste zinsdeel dat je moet benoemen bij redekundig ontleden is de bijwoordelijke bepaling. Die kan bestaan uit 1 woord maar ook uit meerdere woorden. Vaak geeft hij een plaats of tijd aan.
Vóór een zelfstandig naamwoord kan een lidwoord staan. Ook eigennamen zijn zelfstandige naamwoorden. Wist je dat werkwoorden ook zelfstandig naamwoord kunnen zijn?
Omtrent werkwoorden bestaan de termen ‘persoonsvorm’, ‘voltooid deelwoord’, ‘onvoltooid deelwoord’ en ‘infinitief’ in alle talen. Het is van groot belang dat iedereen onder die termen hetzelfde verstaat
De termen ‘samenstelling’ en afleiding’ worden nog al een door elkaar gehaald. Van de twee is de ‘afleiding’ eigenlijk het minst makkelijk te begrijpen. Volg dus beslist deze les.
Een voorzetselvoorwerp is eigenlijk een soort lijdend voorwerp dat begint met een voorzetsel. Sommige werkwoorden kunnen nu eenmaal niet zeggen wat er gebeurt zonder een voorzetsel te gebruiken.
In het Duits heb je ook zwakke werkwoorden. Hoe vervoeg je bijvoorbeeld het werkwoord als de stam eindigt op een s-klank?
Hoe vervoeg je zwakke werkwoorden in de verleden tijd? En welke afwijkende vormen zijn er precies?
Sterke werkwoorden in het Duits: moeilijker of makkelijker te vervoegen dan de zwakke werkwoorden? En wat betekenen de klinkerwisselingen bij bepaalde vormen?
Sterke werkwoorden in het Duits: moeilijker of makkelijker te vervoegen dan de zwakke werkwoorden? En wat betekenen de klinkerwisselingen bij bepaalde vormen?
Eigenlijk kan maar 1 woord wederkerig voornaamwoord zijn, namelijk ‘elkaar’ (en het bijvoeglijk afgeleide ‘elkaars’). Wederkerende voornaamwoorden zijn ‘zich’ en de afgeleiden daarvan. In deze les leer je alles hierover en ook over de redekundige functies van deze voornaamwoorden.
Zelfstandig gebruikte werkwoorden zijn bijzonder. Zijn deze woorden mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? Hoe kun je dit zien?
Onbepaalde voornaamwoorden komen ook in het Duits voor. Deze onbepaalde voornaamwoorden bestaan uit relatief veel woorden, die allemaal in de taal voorkomen. In dit filmpje ligt de focus echter op de meest voorkomende. Welke zijn dit?
Een standaard Duitse zin bevat niet alleen voorzetsels, maar ook werkwoorden. En dan heb je ook nog de zinsdelen die bij een bepaalde naamval horen. Hoe kun je dit makkelijker maken?
Sterke werkwoorden in de voltooide tijd zijn belangrijk om te kennen. Zo kun je zeggen dat je een boek hebt gelezen of boodschappen hebt gedaan. Maar hoe doe je dit precies?
In het Duits heb je de wisselvoorzetsels: voorzetsels die geen vaste naamval hebben, maar steeds twee verschillende naamvallen kunnen krijgen. Welke voorzetsels zijn dit?
Uitdrukken dat je niet zeker weet of iets is gebeurd, dat je twijfelt. Hoe doe je dat in het Duits? In dit filmpje vind je de uitleg en vervoegingen van de werkwoorden in de Konjunktiv 1.
Sommige werkwoorden worden in de passé composé met être vervoegd. In dit filmpje zie je welke en wat je er mee doet.
Can en Could. Wanneer gebruik je welke en wat is het verschil. In deze video leg ik het uit.
"Do you want an apple?" Vragen stellen en ze beantwoorden is de basis van elk gesprek. In deze video doen we dat met het werkwoord To Do.
Je voudrais... Een vorm van de conditionnel. Hoe maak je die en hoe gebruik je de conditionnel?
Hoe spreek je in het Duits een wens uit, of vertel je dat je ergens op hoopt?
Het werkwoord 'hebben' ontkennen gaat niet zoals gebruikelijk met het karakter 不. Hoe het dan wel moet zie je in deze video.
Je weet al dat Chinese werkwoorden geen vervoegingen of tijden kennen. Maar hoe geef je dan aan dat iets in het verleden is gebeurd? Een van de manieren om dat te doen is met behulp van het karakter 了.
Zoals je weet kennen Chinese werkwoorden geen vervoegingen of tijden. Maar hoe geef je dan aan dat iets in het verleden is gebeurd? Een van de manieren om dat te doen is met behulp van het karakter 过.
认识 en 知道 betekenen beide iets als 'weten' en 'kennen'. Maar toch betekenen ze niet helemaal hetzelfde. Wanneer gebruik je nu welke? Meer in dit filmpje.
你姓什么?en 你叫什么?zou je beide kunnen vertalen met het Nederlandse 'hoe heet je?' Maar toch stel je een heel een andere vraag. Hoe dat zit? Bekijk dit filmpje.
De werkwoorden 要 en 应该 lijken in de eerste instantie misschien op elkaar, maar schijn bedriegt. Je gebruikt ze namelijk in heel andere situaties. Meer hierover in dit filmpje.
Moet er in de tegenwoordige tijd een –t achter de stam of niet: voor het spellen van de persoonsvorm bestaat een duidelijke regel.
Is het gezegde werkwoordelijk of naamwoordelijk? Begin met het zoeken van het belangrijkste werkwoord in de zin. Als je dat kunt, ben je een heel eind!
Een Duitse hoofdzin is moeilijker dan een hoofdzin in het Nederlands: er zijn meer regels waar je op moet letten. Welke regels zijn dit en hoe werken ze?
Het werkwoord ‘werden’ heeft twee betekenissen: ‘worden’ en ‘zullen’. Waaraan kun je zien welke betekenis je moet gebruiken? Zijn daar regels voor?
Het werkwoord ‘sein’ is net als ‘zijn’, een veel voorkomend werkwoord. Hoe zit het met de verschillende tijden en bijbehorende uitgangen?
De Dativ is de derde naamval. Welke vorm hebben de lidwoorden en de woorden van de ein-Gruppe? Zijn deze afwijkend van de eerste naamval?
Een Duitse bijzin is iets moeilijker dan een bijzin in het Nederlands: er zijn meer regels waar je op moet letten. Welke regels zijn dit en hoe werken ze?
Het werkwoord ‘haben’ is belangrijk om te kennen. Wat is de tegenwoordige tijd van de ihr-vorm? Welke uitgangen zijn er in de verleden tijd? En wat is het voltooid deelwoord?
Hoe maak je van een zwak werkwoord een voltooid deelwoord? En hoe maak je met dat voltooid deelwoord een zin?
Hi I’m Dave! Het eerste wat je wilt leren in het Engels is jezelf voorstellen, toch? In deze video leg ik je uit over de werkwoorden 'to be' en 'have got'.
Hoe gebruik je de imparfait (ovt) en hoe maak je hem?
Chinees zit heel anders in elkaar dan talen als Frans, Engels en Duits. Wat is er dan zo anders? Kijk deze uitlegvideo voor een goede start met je studie Chinees!
Waar zet je welk woord in een Chinese zin? Dat is soms best lastig. In dit filmpje uitleg en voorbeelden.
Bijvoeglijke naamwoorden zijn in het Chinees net even anders dan in het Nederlands. Meer hier over in deze video.
Er zijn meerder manieren om vraagzinnen in het Chinees te maken. Een van de manieren is door het werkwoord te herhalen. Uitleg en voorbeelden in dit filmpje.
In het Chinees zijn er twee verschillende werkwoorden die je kunt vertalen met het Nederlandse werkwoord 'zijn', 是 en 在. Maar in welke situatie gebruik je dan welk woord? Kijk dit filmpje!
能 en 会 lijken synoniemen. In sommige situaties kun je ze ook beide gebruiken. Maar toch betekenen ze niet helemaal hetzelfde. Meer in deze video...
Het karakter 有 kom je erg vaak tegen in het Chinees. Het is het werkwoord 'hebben', maar betekent ook 'er zijn' of 'aanwezig zijn'. Kijk naar deze video voor meer uitleg.
Avoir, één van de meest voorkomende werkwoorden in het Frans. Wat is de vervoeging in de présent?
Être, één van de belangrijkste werkwoorden in het Frans! Hoe vervoeg je die in de présent?
Het Franse werkwoord être is heel onregelmatig. Hoe vervoeg je dit werkwoord in de verschillende tijden?
Het werkwoord 'avoir' is erg onregelmatig. Hoe vervoeg je 'avoir' in de verschillende tijden?
Wat is het verschil tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde? En hoe kun je het werkwoordelijk gezegde vinden?
Wat is het verschil tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde? En hoe kun je het werkwoordelijk gezegde vinden?