10 zoekresultaten met het trefwoord "spelling"
Moet er in de tegenwoordige tijd een –t achter de stam of niet: voor het spellen van de persoonsvorm bestaat een duidelijke regel.
De persoonsvorm is een heel belangrijke werkwoordsvorm in een zin: voor zowel spelling als grammatica moet je de persoonsvorm(en) in een zin kunnen vinden.
Hoe gaat dat als een werkwoord omgevormd wordt tot bijvoeglijk naamwoord? Enkele –d. misschien dubbele –d, misschien –en op het eind? De regels zijn helder.
In het Nederlands kun je meervouden maken door -s, -'s of -en achter een woord te plakken. Makkelijk! Maar, hoe zit het met de lastige gevallen?
Over hoe je van woorden woordjes maakt.
Is het koksmuts of kokmuts? Liefdesscène of liefdescène? Wanneer wel en wanneer geen tussen-s?
Wanneer schrijf je de tussen-(e)n?
Tegoed of te goed? Te kort of tekort? Los of aan elkaar?
Een liggend streepje lijkt misschien onbelangrijk, maar kan de betekenis van een hele zin veranderen!
Wanneer gebruik je een trema? En waar plaats je het trema in een woord?