19 zoekresultaten met het trefwoord "naamvallen"
Een standaard Duitse zin bevat niet alleen voorzetsels, maar ook werkwoorden. En dan heb je ook nog de zinsdelen die bij een bepaalde naamval horen. Hoe kun je dit makkelijker maken?
Mannelijke, vrouwelijke en onzijdige zelfstandig naamwoorden krijgen ieder een ander lidwoord. In deze video leer je het geslacht te bepalen aan de hand van suffixen.
Mannelijke, vrouwelijke en onzijdige zelfstandig naamwoorden krijgen ieder een ander lidwoord. In dit filmpje leer je het geslacht te bepalen aan de hand van de betekenis van woorden.
Hoe zeg je in het Duits dat die rode auto jouw auto is? Welke vorm van het bezittelijk voornaamwoord heb je nodig, en hoe wordt deze in één van de naamvallen vervoegd?
"Welk boek moet ik lezen?" "Dít boek moet je lezen!" Het woordje ‘dit’ is in deze conversatie een aanwijzend voornaamwoord. Hoe werkt dit in het Duits?
Het Duits kent meerdere vragende voornaamwoorden, maar hoe zat het precies met de meest voorkomende van die woorden: wer en was? Hoe zagen deze er in elke naamval uit?
Een betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar iets terug dat (vaak) in een hoofdzin wordt besproken. Het geeft een extra aanvulling aan iets dat in die hoofdzin staat. Hoe zien deze woorden er in het Duits uit?
Hoe zeg je in het Duits dat je hem hebt gezien? Welke vertaling van het persoonlijk voornaamwoord heb je nodig? En welke naamval?
In het Duits heb je de wisselvoorzetsels: voorzetsels die geen vaste naamval hebben, maar steeds twee verschillende naamvallen kunnen krijgen. Welke voorzetsels zijn dit?
Een zin naar het Duits vertalen is vaak al moeilijk genoeg en het wordt nog moeilijker als Nederlandse woorden meerdere vertalingen hebben in het Duits. Hoe vertaal je ‘tot’ en ‘van’ op de juiste manier?
Het bijvoeglijk naamwoord is in het Duits afhankelijk van de vier naamvallen en van het eventuele lidwoord ervoor. Hoe zien de vormen er in al deze gevallen precies uit?
Hoe gebruik je het wederkerend voornaamwoord in het Duits? Is dit voornaamwoord ook afhankelijk van de naamval waarin deze staat, en hoe ziet het wederkerend voornaamwoord er dan uit?
De Akkusativ is de vierde naamval. Welke vorm hebben de lidwoorden en de woorden van de ein-Gruppe? Zijn deze afwijkend van de eerste naamval?
De Nominativ is de eerste naamval. Wat houdt dit in? Hoe zien de lidwoorden er in die naamval uit? En wanneer gebruik je deze naamval?
De Akkusativ is de vierde naamval. Welke vorm hebben de lidwoorden en de woorden van de ein-Gruppe? Zijn deze afwijkend van de eerste naamval?
De Dativ is de derde naamval. Welke vorm hebben de lidwoorden en de woorden van de ein-Gruppe? Zijn deze afwijkend van de eerste naamval?
De Dativ is de derde naamval. Welke vorm hebben de lidwoorden en de woorden van de ein-Gruppe? Zijn deze afwijkend van de eerste naamval?
De Genitiv is de tweede naamval. Welke vorm hebben de lidwoorden en de woorden van de ein-Gruppe? Zijn deze afwijkend van de eerste naamval?
De Genitiv is de tweede naamval. Welke vorm hebben de lidwoorden en de woorden van de ein-Gruppe? Zijn deze afwijkend van de eerste naamval?