17 zoekresultaten met het trefwoord "describing things"
At, on, in. Voorzetsels heb je nodig. Maar welke gebruik je waarbij?
The, a and an.
Tim's car is awesome! In deze video leer je hoe je aangeeft dat iets van iemand is.
"That's my house, it belongs to me". In deze video leer over voornaamwoorden zoals me, him en them
"This one or that one." In deze video leer je het verschil tussen this, that, these en those.
House wordt houses maar mouse wordt mice. In deze video leg ik je uit hoe je meervouden in het Engels maakt.
"Can I have some milk?" 'Some' en 'Any' zijn twee woorden die je vaak gebruikt in het Engels. In deze video leg ik je uit hoe je dat doet.
"Yes, it is" "No, it isn't" Zo klinkt "welles, nietes" in het Engels. Wil je ook vlot kunnen antwoorden op vragen, kijk dan deze video.
Big, bigger, biggest. Het kan altijd beter. In deze video leer je hoe.
Voegwoorden heb je nodig om zinsdelen aan elkaar te zetten. Met deze voegwoorden kun mooi al aan de slag.
"I win first place". Maar wat is eerste in het Engels? En tweede, en derde?
Zonder tijd en plaats kun je geen afspraak maken. Maar welke zeg je eerst in het Engels?
"This one or that one." In deze video leer je het verschil tussen this, that, these en those.
Weet jij wat het verschil is tussen "extreme" en "extremely"? In deze video leg ik het uit.
"He who dares, wins", zeggen ze weleens. Maar wat is die 'who' in de zin? Kijk daarvoor deze video.
"Not much money, but many friends". Ze betekenen allebei veel, maar wanneer gebruik je nou Much en wanneer Many?
"Dave is in hospital" - moet dat niet zijn, in THE hospital? Lidwoorden, wanneer gebruik je ze wel en wanneer niet?