Als in een samengestelde zin het verbindingswoord een betrekkelijk woord is, heb je altijd te maken met een bijzin. Eerst moet je je afvragen: heeft dat betrekkelijk woord een antecedent? Zo ja: de bijzin is een betrekkelijke (bijvoeglijke) bijzin. Zo nee? Wat dan? Volg de les en je begrijpt het meteen.
Niveau
- havo
- 1 2 3
- vwo
- 1 2 3