Betrekkelijke voornaamwoorden heb je nodig. In een zin verwijzen ze naar een ander deel van de zin. Dat zegt de man die je Engels leert. "Die" is hier een betrekkelijk voornaamwoord. In het Engels gebruiken we daarvoor Who, That, Whose, Which en Where. In deze video leer je ze allemaal gebruiken.
Niveau
- havo
- 2
- vwo
- 2