De pH is een maat voor de zuurgraad, oftwel voor hoeveel H+ ionen in de oplossing aanwezig zijn. Je kunt dus vanaf de pH de concentratie H+ ionen berekenen en andersom. De pOH is een maat voor de concentratie OH- ionen en ook hiervan kan je deze waarden in elkaar omrekenen. Voor het rekenen met zuur en basen gebruik je de volgende formules: pH = -log [H+], pOH = -log [OH-], [H+] = 10^(-pH), [OH-] = 10^(-pOH) en pH + pOH = 14.
Onthoud tot slot dat bij logaritmen het aantal decimalen dat je invuld in de logaritme het aantal significante cijfers bepaald in het antwoord. Log (1,23) krijgt als antwoord 2 significante cijfers.
Niveau
- havo
- 4
- vwo
- 3