Door het maken van een monohybride kruising kunnen we zien hoe het kan dat een ouder met blauwe ogen en een ouder met bruine ogen samen een kind met blauwe ogen kunnen krijgen. Voor elke eigenschap krijgt een individu informatie van de vader en de moeder. Deze informatie wordt doorgegeven via allelen. Allelen zijn varianten van een gen en een gen bevat informatie voor één eigenschap. Wanneer we kijken naar bepaalde eigenschappen zien we dat de informatie van beide ouders niet vermengd worden; als bijvoorbeeld de vader blauwe ogen heeft en de moeder bruine, zal hun kind geen oogkleur ergens tussen blauw en bruin in hebben; hij of zij zal óf blauwe óf bruine ogen hebben. Dit kunnen we verklaren doordat allelen recessief of dominant kunnen zijn. In dit filmpje wordt de basiskennis behandeld die nodig is om monohybride kruisingen uit te voeren. Als je deze basiskennis al hebt, kun je meteen doorklikken naar het tweede deel over monohybride kruisingen.
- havo
- 4
- vwo
- 4