In deze les wordt niet alleen uitgelegd wanneer 'jij', 'je' , 'jou' en 'jouw' gebruikt moeten worden in de zin. In schema wordt ook weergegeven welke benoemingen deze woorden zowel bij redekundig als taalkundig ontleden kunnen hebben. Vooral het woord 'je' heeft velerlei gebruiksmogelijkheden. Leer ze!
Niveau
- havo
- 1 2 3
- vwo
- 1 2 3