Haal hogere cijfers op school
Met een abonnement op Snapput heb je toegang tot alle uitlegvideo's en oefenvragen voor vakken van de havo en het vwo.
- Ruim 1.000 uitlegvideo’s met heldere uitleg
- Onbeperkt video kijken voor je proefwerk en examen
- Zowel klassikaal als zelfstandig te gebruiken op eigen tempo
- Gemaakt door ervaren docenten
- Al meer dan 1 miljoen bezoekers
Een voorzetsel geeft vaak een plaats aan. Er bestaan veel verschillende voorzetsels; gelukkig is er een ezelsbruggetje om erachter te komen of een woord als voorzetsel gebruikt kan worden.
Niveau
- havo
- 1 2 3 4 5
- mavo & (v)mbo
- 1 2 3 4
- vwo
- 1 2 3 4 5 6
Gerelateerde video's
Een voorzetsel staat in hetzelfde zinsdeel (en vóór) het woord of de woordgroep waar het bij hoort. Het is van groot belang dat je beheerst de les ‘Verdelen in zinsdelen’.
Om bijwoorden te kunnen benoemen moet je per se redekundig kunnen ontleden, dus persoonsvorm, gezegde, onderwerp enzovoorts kunnen vinden!
Vóór een zelfstandig naamwoord kan een lidwoord staan. Ook eigennamen zijn zelfstandige naamwoorden. Wist je dat werkwoorden ook zelfstandig naamwoord kunnen zijn?
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets van een zelfstandig naamwoord. Meestal staat het in hetzelfde zinsdeel behalve als het bijv. nw. het kernwoord van een naamwoordelijk deel is.