Bij een elektrochemische cel maak je gebruik van twee verschillende oplossingen. Uit deze oplossingen reageert de sterkste reductor met de sterkste oxidator. De staaf aan de kant van de oxidator wordt positief geladen, omdat de oxidator de elektronen opneemt vanuit de staaf. Na de oxidatie kan het vaste metaal ontstaan en dat kan blijven ‘plakken’ aan de staaf. De staaf aan de kant van de reductor wordt negatief geladen, omdat de reductor de elektronen afstaat aan de staaf. Bij de reductiereactie wordt het metaal van de staaf omgezet in ionen die de oplossing in gaan, hierdoor wordt de staaf dunner.
Niveau
- havo
- 3
- vwo
- 3