De biologie bestudeert 'het leven'. Maar wanneer kunnen we nu zeggen dat een object levend is? Daarvoor moet het voldoen aan de zeven levensverschijnselen; ademhalen, voeden, uitscheiden, waarnemen, groeien, voortplanten en bewegen. Objecten die niet aan deze voorwaarden voldoen, kunnen we dan weer onderverdelen in dode en levenloze objecten. Iets dat dood is, heeft ooit de levensverschijnselen vertoond, maar doet dat nu niet meer. Levenloze objecten zijn nooit levend geweest.
Niveau
- havo
- 1
- vwo
- 1