Een bijwoordelijke bepaling geeft extra informatie over bijvoorbeeld waar, hoe, waarom of wanneer iets gebeurt. Informatie over de handeling, het gezegde, dus. Omdat zo’n bepaling iets zegt over de werkwoorden en niet over een zelfstandigheid, spreken we van een bijwoordelijke bepaling en niet van een bijvoeglijke. Geregeld begint een bijwoordelijke bepaling met een voorzetsel.
Niveau
- havo
- 1 2 3
- vwo
- 1 2 3