Deze les gaat over cis-trans isomerie. Het is belangrijk te onthouden hoe je kunt bepalen of je hiermee te maken hebt: 1. je hebt een starre binding nodig (dit kan een dubbele binding of een cycloverbinding zijn) en 2. je moet naast de starre binding twee verschillende groepen aan elk van de twee koolstoffen hebben. Voor deze moleculen zijn er twee varianten: cis (belangrijkste groepen zitten naast elkaar) en trans (belangrijkste groepen zitten tegenover elkaar). Het is niet mogelijk om vanuit de cis-variant het molecuul te draaien tot de trans-kant (en andersom). Om dit goed te zien kun je het beste gebruik maken van een molecuulbouwdoos.
Niveau
- vwo
- 5