Niet-levende zaken krijgen soms eigenschappen van levende wezens (bedoeld worden dan mensen en/of dieren) toebedeeld. Dan spreek je van de beeldspraak ‘personificatie’. Moeilijker is de beeldspraak ‘synesthesie’: daarbij koppel je twee woorden aan elkaar die elk verwijzen naar een bepaald maar verschillend zintuig (horen, zien, ruiken, voelen, proeven): bv. schreeuwende (horen) kleuren (zien).
Niveau
- havo
- 1 2 3
- vwo
- 1 2 3